Samenleesboeken serie 6 is speciaal ontwikkeld voor duolezen in groep 3 t/m 5. De serie bestaat uit 9 titels. Er zijn 3 titels per AVI-niveau, van Start t/m E3. Het hogere AVI-niveau ligt telkens één of twee niveaus hoger. De Samenleesboeken zijn gebonden en staan vol met kleurige illustraties.

Bor is de waakhond van Boer Bruut. Boer Bruut
is heel gemeen. Hij houdt niet van dieren op zijn
land. Hij zet vallen en schiet raven dood. Bor doet
alles om de dieren te redden. Ook al weet hij dat
zijn baas dan boos wordt.
Bor vindt zijn leven stom. Mol zegt dat hij weg
moet gaan. Maar dat kan niet.
Want wie moet dan de dieren redden?

Jens gaat met zijn vader en zusje Roos op reis. Ze gaan naar een eiland in de zon. De oma van Jens is erg ziek. Jens wil iets vinden dat haar weer beter kan maken. Een vreemde man vertelt hem over een draak. Die woonde ooit op het eiland.
Jens gaat op zoek. Zal de magie van de draak oma beter kunnen maken? Maar is de draak wel echt? Of is het alleen een verhaal?

Koen is een echte zeeman. Een zeeman maakt van alles mee. Hij spoelt aan op een strand… Hij vaart in een storm… Dat is niet zo best! Maar hij vindt een goede vriend. Die wil hij niet meer missen.

De papa van Zaar speelt op de bas.
Hij is vaak op reis met zijn groep.
Zaar krijgt een trom van papa.
Dan kan ze ook muziek maken als hij er niet is.
Maar Zaar mist papa en ze wil naar hem toe.
Ze kan best alleen met de trein. 
Of toch niet?

Een man verliest zijn mobiel op straat. Zeb roept, maar de man is al weg. Zeb raapt de mobiel op. Het is een vreemde mobiel. Hij heet Skrien Tuts en hij kan praten en lopen. Zeb vindt Skrien grappig. Maar Skrien is ook stout. 
Door Skrien gaat Zeb liegen en spijbelt hij van school. Skrien kan beter terug naar zijn baas. Maar dat is niet zo simpel als het lijkt!

uk is de kat van moom.
op een dag ziet uk de maan.
daar wil hij heen!
hij klimt heel hoog in een boom.
maar hij kan er niet meer uit.
moom is er niet.
wat moet uk doen?

Loes heeft een pup. Zijn naam is Tip.
Tip is slim, zegt Luuk. Hij volgt elk spoor.
Dat komt goed uit. Want er sluipt een dief door
de school.
De dief is op zoek naar de map van juf Wies.
Waarom wil hij die map? 
En waar is juf Wies zelf?