Woordjes stampen?! 3 praktische tips voor succesvol woordenschatonderwijs
Er zijn veel manieren om de woordenschat van je klas uit te breiden. Maar wil jij dat je leerlingen écht meer woorden leren en onthouden? Met onze praktische tips geef jij je woordenschatonderwijs een boost!
Inhoud |
Het belang van woordenschat
Woorden zijn de bouwstenen van taal. Kinderen met een rijke woordenschat lezen beter, begrijpen meer en uiten zich duidelijker. Maak van woordenschatonderwijs dus een prioriteit in je lessen! Hoe doe je dat?
Veel leerkrachten leren losse woordjes aan, maar dat is niet genoeg. Een woord kennen is één ding; het woord kunnen gebruiken is iets anders. Hoe meer je weet over een woord – de betekenis, uitspraak, spelling, het gebruik in verschillende contexten – hoe beter je het kunt inzetten. Leer daarom niet alleen de betekenis van een woord aan, maar oefen ook met het toepassen ervan in teksten en gesprekken. Stem je lessen af op de leerbehoeften van jouw klas, zodat je leerlingen woorden op een natuurlijke manier leren gebruiken.
Tip 1. Introduceer nieuwe woorden in een rijke context
Woorden leren in een betekenisvolle context werkt beter dan simpelweg woordjes stampen. Introduceer je een nieuw woord in de klas? Leg de betekenis dan duidelijk uit en plaats het woord in een relevante context. Dat helpt kinderen om het woord beter te onthouden.
In de praktijk
Maak een woordweb op het bord en verbind nieuwe woorden met bekende termen. Laat kinderen zelf woorden toevoegen. Als je het woord ‘religie’ aanleert, kun je bijvoorbeeld woorden als ‘kerk’, ‘moskee’, ‘Bijbel’, ‘Koran’ en ‘geloof’ toevoegen.
Tip 2. Werk voortdurend aan meer woordkennis
Door langere tijd met één thema aan de slag te gaan, komen woorden herhaaldelijk terug in een natuurlijke context. Als je thematisch werkt combineer je bovendien expliciet en impliciet woordleren. Bij expliciet leren herhaal je dezelfde woorden in verschillende contexten, bijvoorbeeld bij het voorlezen, in een opdracht en bij een spelactiviteit. Zo raken kinderen steeds beter bekend met de betekenis en het gebruik van die woorden. Impliciet leren gebeurt tijdens dagelijkse activiteiten, zoals (voor)lezen.
In de praktijk
Plan niet alleen expliciete woordenschatlessen, waarbij je de lastige woorden in een tekst nadrukkelijk benoemt en bespreekt, maar creëer tegelijkertijd een rijke taalomgeving waarin leerlingen woorden kunnen oppikken tijdens het lezen, luisteren en spreken.
Lees ook: Gun je leerlingen het beste: geef kennisrijk onderwijs |
Wist je dat… …een kind dat elke dag 15 minuten wordt voorgelezen, maar liefst 1.000 nieuwe woorden per jaar leert? Hoe vaak lees jij jouw klas voor?
Lees ook: 3 verrassende voordelen van voorlezen + praktische tips |
3. Laat kinderen nieuwe woorden actief verwerken
Kinderen onthouden woorden beter als ze ze actief gebruiken. Zorg dus dat ze woorden in verschillende situaties toepassen, bijvoorbeeld door gesprekken te voeren of verhaaltjes te schrijven.
In de praktijk
Speel ‘Wie ben ik?’: elk kind krijgt een woord op zijn voorhoofd geplakt en moet door vragen te stellen raden welk woord het is.
Op naar meer woordkennis!
Effectief woordenschatonderwijs is een mix van expliciete instructie, impliciet aanbod, actieve verwerking en thematische herhaling. Test onze praktische tips en ervaar het effect in je klas!
Hulp nodig bij het toepassen van deze tips?
Een van onze methodespecialisten kijkt graag met je mee tijdens een voorlichting op maat.
Ja, ik wil een gratis voorlichting over Atlantis
