Klankgebaren worden in veel methodes gebruikt om kinderen te ondersteunen bij het leren lezen. Maar zijn ze echt effectief, of zorgen ze juist voor verwarring? Tijd om te onderzoeken wat klankgebaren écht opleveren.
Inhoud |
Klankgebaren zijn bewegingen die aan specifieke klanken worden gekoppeld. Het idee is dat ze kinderen helpen om de verbinding tussen klanken en letters in hun brein te versterken. Kinderen combineren tijdens het lezen het uitspreken van een klank met het maken van het bijbehorend gebaar. Door een klank letterlijk ‘voelbaar’ te maken, zouden kinderen die beter onthouden. Daarnaast maken klankgebaren het leesonderwijs speelser en actiever. Dat klinkt veelbelovend, maar werkt het ook echt?
Aan lezen en schrijven ligt dezelfde basis ten grondslag: het koppelen van letters en klanken. Als je leest, zet je tekens om naar klanken. En als je schrijft, zet je klanken om naar tekens. De koppeling tussen tekens en klanken moet dus heel stevig in het kinderbrein zijn verankerd voordat kinderen goed kunnen lezen en schrijven. |
Hoewel klankgebaren op papier een logisch hulpmiddel lijken, brengen ze in de praktijk nadelen met zich mee. Hier zijn vier belangrijke redenen om kritisch naar klankgebaren te kijken.
Leren lezen vraagt al veel van het werkgeheugen: kinderen koppelen ruim 40 klanken aan 26 letters en diverse lettercombinaties. Het toevoegen van gebaren vraagt nóg meer van hun werkgeheugen. Dit kan vooral voor kinderen met leesproblemen verwarrend zijn.
Op het eerste gezicht lijken klankgebaren op vingertellen bij rekenen, maar er is een belangrijk verschil. Vingertellen is een intuïtieve vaardigheid waarbij een directe koppeling bestaat tussen het geschreven getal, het aantal vingers en het uitgesproken getal. Het doel bij leren lezen is dat er tussen letters en klanken nét zo’n sterke koppeling ontstaat. Als een kind een letter of lettercombinatie ziet, moet de bijbehorende klank meteen worden opgeroepen – en omgekeerd. Dat is noodzakelijk voor geautomatiseerd lezen. Klankgebaren vormen daarbij een omweg: kinderen gebruiken ze – in tegenstelling tot het opsteken van een bepaald aantal vingers – niet vanzelf. Als een kind eerst het klankgebaar moet oproepen, kost dat extra inspanning en kan het leesproces onnodig complex worden.
Klankgebaren zijn bedoeld als tijdelijke ondersteuning, maar in de praktijk blijven veel kinderen ze langer gebruiken. Dat is logisch, want ze worden uitgebreid ingeoefend. Net zoals vingertellen uiteindelijk een obstakel kan worden bij de rekenontwikkeling1, kunnen klankgebaren de overstap naar zelfstandig lezen vertragen.
In het onderwijs is steeds meer aandacht voor evidence based werken, maar het nut van klankgebaren is nooit overtuigend aangetoond. Baat het niet, dan schaadt het niet? Helaas, die uitdrukking lijkt bij klankgebaren niet op te gaan. Klankgebaren lijken het leerproces wel degelijk te kunnen bemoeilijken.
Met deze nadelen in gedachten rijst de vraag: hoe kun je zonder klankgebaren goed leesonderwijs geven?
Door klankgebaren weg te laten, leg je de nadruk op wat écht werkt: heldere instructie, betekenisvolle teksten en veel oefening. Hier zijn vijf praktische tips.
Begin al in groep 1/2 met aandacht voor taal. Lees veel voor, praat over boeken en stimuleer het fonologisch bewustzijn, bijvoorbeeld met liedjes en rijmspelletjes. Leer kinderen al vroeg om letters en klanken te koppelen en die klanken vervolgens aaneen te rijgen tot woorden.2, 3
Voorkom verwarring door aan te sluiten bij wat kinderen al kennen. Leer kinderen in groep 1/2 de letter a als /aa/ – de alfabetnaam – en noem die letter in groep 3 niet plotseling /ah/, zoals in kat.
Lees ook: Letters en klanken: de verborgen uitdaging in groep 3 |
Leren lezen vraagt om duidelijke uitleg. De beste manier om dat te doen, is met expliciete directe instructie. Gebruik deze stappen:
1. Voordoen (ik): Doe duidelijk voor hoe je een letter verklankt. 2. Meedoen (wij): Oefen dat samen. 3. Nadoen (jullie): De kinderen proberen die letter klassikaal zelf te verklanken. 4. Zelf doen (jij): Laat ze zelfstandig oefenen. |
Door deze aanpak consequent te hanteren, leren kinderen de klank-tekenkoppeling direct goed aan en voorkom je problemen op een later moment.
Kinderen leren sneller en met meer plezier als ze begrijpen wat ze lezen. Het is dan ook niet zinvol om ze zo snel mogelijk rijtjes met woorden te laten lezen. Ze moeten de tijd krijgen om de betekenis van het woord, de zin of de tekst op te roepen uit hun geheugen, of om die betekenis aan te leren. Dat lukt niet als de focus ligt op het leestempo. Bied – zodra dat mogelijk is – meer aan dan losse woorden en zinnen: start al vroeg in de leesontwikkeling met tekstjes die echt ergens over gaan.
Lees ook: Leesuitval in groep 3: slechte lezers of… slecht leesonderwijs? |
Oefening is essentieel. Door herhaling worden klank-tekenkoppelingen sterker, en door gelezen woorden direct te leren koppelen aan een betekenis, kunnen kinderen die woorden steeds sneller uit hun geheugen ophalen. Dat proces stopt niet na groep 3, maar blijft belangrijk voor de verdere leesontwikkeling van kinderen.
Atlantis Start biedt een effectieve aanpak voor groep 3, zónder klankgebaren. De focus ligt op duidelijke instructies, betekenisvolle teksten en veel oefening. Met de digibordlessen geef je eenvoudig expliciete directe instructie, waarna kinderen zelfstandig aan de slag gaan met leuke tekstjes en uitdagende opdrachten.
Vraag een gratis zichtzending aan en ontdek hoe Atlantis Start jouw leesonderwijs naar een hoger niveau tilt.
Bronnen
1 Vingertellen is tijdelijk onmisbaar op didactiefonline.nl, geraadpleegd op 26 november 2024.
2 Aanleren van klank-letterkoppelingen in groep 2: zinvol! op wij-leren.nl, geraadpleegd op 26 november 2024.
3 Technisch lezen in het primair onderwijs op onderwijskennis.nl, geraadpleegd op 26 november 2024.