Koen is een echte zeeman. Een zeeman maakt van alles mee. Hij spoelt aan op een strand… Hij vaart in een storm… Dat is niet zo best! Maar hij vindt een goede vriend. Die wil hij niet meer missen.

De papa van Zaar speelt op de bas.
Hij is vaak op reis met zijn groep.
Zaar krijgt een trom van papa.
Dan kan ze ook muziek maken als hij er niet is.
Maar Zaar mist papa en ze wil naar hem toe.
Ze kan best alleen met de trein. 
Of toch niet?

Een man verliest zijn mobiel op straat. Zeb roept, maar de man is al weg. Zeb raapt de mobiel op. Het is een vreemde mobiel. Hij heet Skrien Tuts en hij kan praten en lopen. Zeb vindt Skrien grappig. Maar Skrien is ook stout. 
Door Skrien gaat Zeb liegen en spijbelt hij van school. Skrien kan beter terug naar zijn baas. Maar dat is niet zo simpel als het lijkt!

uk is de kat van moom.
op een dag ziet uk de maan.
daar wil hij heen!
hij klimt heel hoog in een boom.
maar hij kan er niet meer uit.
moom is er niet.
wat moet uk doen?

Loes heeft een pup. Zijn naam is Tip.
Tip is slim, zegt Luuk. Hij volgt elk spoor.
Dat komt goed uit. Want er sluipt een dief door
de school.
De dief is op zoek naar de map van juf Wies.
Waarom wil hij die map? 
En waar is juf Wies zelf?

Lars is verhuisd. Zijn nieuwe klasgenoten zien hem niet staan en iemand pikt de aansteker die hij van zijn vorige buurman had gekregen. Tijdens een vaartochtje door het gebied waar Lars vroeger woonde, verdwaalt de klas in een dichte mist.
Lars weet wat ze moeten doen, maar luisteren zijn klasgenoten deze keer wel? En krijgt hij zijn aansteker nog terug?

De broers Pepijn en Dano hebben allebei een fluitje. Als ze daarop blazen, gebeurt er meestal iets ongewoons. Zoals tijdens hun vakantie aan het strand. Er verschijnen twee glanzende bollen in de zee. ‘Help ons,’ smeekt een geheimzinnige stem. Dano en Pepijn lopen de zee in en worden meegesleept in een vreemd avontuur onder water.

Marc ziet vreselijk op tegen zijn spreekbeurt. Hij wordt altijd knalrood als hij iets voor de klas moet zeggen. En dan het onderwerp: ‘het beroep kok’. Saai!
Hij neemt een kijkje in de pizzeria van chef Mario. Het is toch wel vet om pizza’s te maken. Maar waarvan worden de gasten zo ziek? En wat verbergt de hulpkok? Dan doet Marc een ontdekking.

Wie kent er niet het sprookje van Hans en Grietje, die door hun arme ouders worden achtergelaten in het bos? Dat zou in onze tijd niet meer kunnen gebeuren. Of toch wel? 
De moeder van Anna en Robin brengt haar kinderen naar de ballenbak van een woonwinkel en verdwijnt dan spoorloos. Anna en Robin moeten naar een pleeghuis. Daar begint de ellende pas echt…

Tom zit verscholen in een boom om een mooie foto van een vogel te maken. Vlakbij doet een man geheimzinnig bij de afvalcontainers. Dan ziet Tom dat de man een levend konijn in een van die containers gooit! Tom móet dat arme beest redden. Maar hoe? Zal iemand geloven dat er echt een konijn in zit…?

Baki’s zusje Ayoen kan niet naar school, omdat er thuis geen geld is voor een uniform. Dat vindt Baki heel erg. Met zijn vriend Tom maakt hij daarom muziek op een straatfeest. Maar alleen een toerist geeft wat geld.
Er is ook een wedstrijd paalklimmen. ‘Zien jullie boven in de paal die cd-speler hangen?’ zegt de toerist. ‘Als je hem pakt, koop ik hem van jullie.’ Baki en Tom wagen het…

Jelles ouders houden hem altijd binnen. Ze zijn
doodsbang dat hij zich anders vies maakt. Of, nog
erger, ziek wordt en hen aansteekt. Op een dag
moet Jelle toch naar school. Daar ontdekt hij dat
het juist leuk is om vies te worden! Hij wordt
vrienden met Lisa en gaat bij haar spelen.
Maar dan gaan zijn ouders wel héél raar doen…